Door Plinio Corrêa de Oliveira
De H. Fidelis ontvangt de martelaarskroon.
Op 24 april vieren we het feest van de heilige Fidelis van Sigmaringen (1577 – +24 april 1622). Enkele biografische gegevens komen uit Rohrbacher’s Histoire Universelle de l’Église Catholique (‘Universele geschiedenis van de katholieke Kerk’:
Mentor van prinsen
Marcus Roy, die leefde van 1577 tot 1622, nam de naam Fidelis aan toen hij op 35-jarige leeftijd toetrad tot de kapucijnen. Geboren in Sigmaringen, onderscheidde hij zich als student filosofie en rechten in Fribourg in Zwitserland. Daarna werd hij benoemd tot mentor van drie jonge prinsen, met wie hij zes jaar door heel Europa reisde, en nadat hij als jurist in Colmar had gewerkt, besloot hij de wereld te verlaten.
Naakt geboren, naakt sterven
In het testament dat hij toen opstelde, zegt hij: “Ik wil van nu af aan leven in de grootste armoede, kuisheid en gehoorzaamheid, in lijden en vervolging, in sobere boetedoening en diepe nederigheid. Ik heb de schoot van mijn moeder naakt verlaten en me van alles ontdaan om mezelf in de armen van de Verlosser te geven.”
Tegen de protestanten
Pater Fidelis had een grote spreekvaardigheid. Aangesteld als overste van het klooster van Feldkirch, preekte hij in talrijke Duitse en Zwitserse steden en in talrijke plattelandskerken. De stad Feldkirch in het bijzonder veranderde volledig door hem. Omdat het protestantisme zich over heel Zwitserland verspreidde, vooral onder de Grisons (inwoners van het canton Graubünden, -red.), gaf de Congregatie van de Propaganda Fidei de kapucijnen de opdracht om het te gaan bestrijden. Pater Fidelis werd aangesteld als hoofd van deze missie.
‘Weidegrond voor wormen’
“Binnenkort zult u mij niet meer zien,” zei hij tegen zijn vrienden in Feldkirch, “want ik ben geroepen om mijn bloed te geven voor het geloof.” En vanaf dat moment ondertekende hij zijn brieven als volgt: ‘Pater Fidelis, die weldra een weidegrond voor wormen zal zijn’. In januari 1622 trok hij het door Oostenrijk bezette gebied binnen en begon daar met veel succes het geloof te prediken. Woedend bereidden de protestanten een opstand voor en de missionaris waarschuwde de Oostenrijkers. De Grisons kwamen vervolgens massaal in opstand.
De keizerlijke troepen tegemoet
Op 24 april, terwijl pater Fidelis in Seewis [Zwitserland] predikte, klonk de kreet: “Te wapen!”. De Graubünders gingen de keizerlijke troepen tegemoet in de overtuiging dat pater Fidelis degene was die de Oostenrijkers had opgeroepen. Ze lieten hem nog steeds de stad verlaten, maar zodra hij terugkeerde naar Seewis, vielen twintig soldaten op hem aan.
Geloof van alle eeuwen
De soldaten noemden hem een verleider en wilden hem dwingen hun sekte te omarmen. ‘Wat stelt u zich voor?’, antwoordde Fidelis. ‘Ik ben naar jullie gekomen om jullie dwalingen te weerleggen, niet om ze te omarmen. De katholieke leer is het geloof van alle eeuwen. Ik zal die niet verloochenen! En weet dat ik de dood niet vrees.’ Toen doodden ze hem met een sabel.
Groot redenaar
Het is interessant om goed te kijken naar wat deze grote prediker deed, zodat we het hagiografische commentaar goed kunnen plaatsen. Je ziet dat hij een beroemde missionaris was, een groot redenaar die op verschillende plaatsen predikte, en dat de Heilige Stoel, die de verspreiding van het protestantisme in de regio van Zwitserland die bekend staat als Graubünden wilde voorkomen.
Preken tegen protestants proselitisme
Daarom kreeg de religieuze orde waarvan hij lid was – de kapucijnen – opdracht om goede predikers naar dat gebied te sturen om degenen die tot het protestantisme waren overgegaan te bekeren en om te voorkomen dat nieuwe katholieken het voorwerp zouden worden van protestants proselitisme. Hij, die met zijn preken al een belangrijke stad in Duitsland volledig had veranderd, reisde naar Zwitserland, wetend dat hij spoedig zou sterven.
Hij kende zijn martelaarschap
Hij had een openbaring dat hij daar als martelaar zou sterven. Maar als bovennatuurlijke man, zij het een energieke, hardwerkende, deinsde hij niet terug voor deze dreiging. Integendeel, hij ging de dood tegemoet en schepte er zelfs een soort genoegen in om de mogelijkheid van zijn naderende dood te overwegen door te ondertekenen met: ‘Broeder Fidelis, binnenkort weidegrond voor de wormen’. Met andere woorden, hij wist dat zijn ziel naar de hemel zou gaan en dat hij een martelaar zou zijn, wat hem veel vreugde gaf.
Irritatie protestanten bewijst zijn succes
Aan dit bewijs van standvastigheid voegde hij nog een bewijs van kracht, van moed toe, namelijk het feit dat hij de protestanten enorm irriteerde. Niemand kan zijn tegenstander irriteren zonder successen te hebben behaald… Met andere woorden, de heilige Fidelis behaalde daar belangrijke successen, zoals in zijn biografie staat. In die mate zelfs dat de protestanten besloten hem te doden en een ontmoeting met hem voorbereidden waarin hij uiteindelijk werd gedood.
Standvastigheid tot het einde
Je ziet hier dus een moedige, dappere, sterke redenaar, een daadkrachtige missionaris die niet terugdeinsde voor de holocaust van het martelaarschap, een man die een bewonderenswaardig voorbeeld van standvastigheid is. Want standvastigheid is het voorbeeld van elke martelaar, die zelfverloochening in zijn leven brengt en het verlangen om te strijden tot het punt dat hij zijn leven daadwerkelijk opoffert.
Katholieke sentimentaliteit
De zinnen van de heilige Fidelis zijn weliswaar onberispelijk, maar kunnen worden vervormd door sentimentaliteit met een katholieke ondertoon. Neem nu iemand die de formules van de heilige Fidelis gebruikt. We zouden geneigd zijn te denken dat het ‘witte ketterij’ zou zijn [een weke en sentimentele, zijige en relativistische opvatting van het leven van een katholiek, -red.]. Kijk naar deze formule:
Als verzuchting
“Ik wil voor de toekomst leven in de grootste armoede, in kuisheid en gehoorzaamheid, in lijden en vervolging, in sobere boetedoening en diepe nederigheid. Ik heb de schoot van mijn moeder naakt verlaten en mij van alles ontdaan om mij toe te vertrouwen aan de armen van Onze Verlosser“. Iemand die deze formule vandaag zou gebruiken, zou het als een verzuchting kunnen zeggen…
Strenge boetedoening
Hij zou zeggen: “Ik wil vanaf nu leven in de grootste armoede, kuisheid en gehoorzaamheid… in lijden… en vervolging…” – maar hij zou het zo zacht doen dat wij zouden zeggen: “Je bent een engerd! Ik neem jouw geestelijk leven niet serieus! Wat is dat voor gedoe?” En hij voegde eraan toe: “Ik wil leven in strenge boetedoening en diepe nederigheid. Naakt verliet ik de schoot van mijn moeder en ontdeed me van alles om mezelf in de armen van de Verlosser te geven…”.
Vroom sentimentalisme
Iemand zou kunnen vragen: ‘Wat is je naam?’ ‘Broeder Fidelis, die spoedig door wormen te grazen zal worden genomen…’. Je realiseert je hier het enorme misverstand dat het vrome sentimentalisme van de negentiende eeuw rond deze formules heeft gecreëerd en hoe we ons niet door dit misverstand moeten laten overweldigen.
Formule zelf is goed
De geestestoestand waar ik op wees is heel slecht, maar de formule op zichzelf heel goed. Het is een formule die gebruikt wordt door een heilige en alleen al daarom kan die niet anders dan goed zijn, want alles wat een heilige doet is goed. De onfeilbaarheid van de katholieke Kerk is hieraan verbonden. Daarom, als deze formule niet goed zou zijn, zou de Kerk niet waar zijn, zou ze niet heilig zijn.
Standvastig, vastbesloten, strijdbaar
We moeten ons realiseren dat deze vorm anders kan worden uitgesproken en opgevat, en dat we niet moeten toestaan dat de besmeurde religieuze sentimentaliteit van de negentiende eeuw onze visie verstoort op wat goed is aan deze formules en wat consistent is met de deugden waartoe we het meest geroepen worden: standvastigheid, vastbeslotenheid, strijdbaarheid.
Deugden zijn nooit onverenigbaar
Het is een vergissing om te denken dat iedereen die deze formules uitspreekt niet te verenigen is met de deugden die ons zo dierbaar zijn. Dat kan niet, want er is geen onverenigbaarheid tussen deugden. Nu, dit moet wel een deugd zijn, want het werd uitgesproken door een heilige, dus er kan geen onverenigbaarheid zijn met de deugden waartoe we het meest geroepen zijn.
Zich afkeren van ijdelheden
Wat is de waarde van deze formule? Die is heel groot. Het is duidelijk dat een mens die de ware deugd van wijsheid bezit, die beseft dat alle dingen van deze aarde niets voorstellen en als ze een obstakel vormen voor het verwerven van de deugd, de volle kennis van wijsheid en de liefde tot God, dat die mens tot de conclusie komt dat hij zich ervan moet afkeren.
Aantrekking van de genade
Welnu, als Onze Lieve Vrouw wil dat iemand een roeping heeft, maakt ze het hem moeilijk om buiten de roeping te leven die hij moet omarmen. Daarom wordt een heilige in deze situatie door de omstandigheden naar een keuze geleid: of hij verliest zichzelf, of hij neemt de levensstaat aan waartoe hij geroepen is. Bovendien, ongeacht het gevaar om zichzelf te verliezen, ondergaat hij een aantrekkingskracht van de genade om te mediteren over de dingen van wijsheid, om zich op deze manier met God te verenigen, in deze staat van leven en, uit liefde voor God, neemt hij deze formule aan.
Niets voor zichzelf willen
Dan wordt hij kapucijn. Wat betekent het om kapucijn te worden? Het betekent volledige armoede aannemen, elke vorm van eerzucht afzweren, zich niets aantrekken van de goederen van deze wereld, ze niet alleen niet voor zichzelf willen hebben, maar zich ook niet laten meeslepen door mensen die ze hebben omdat ze ze hebben. Ze bewonderen niemand omdat ze een mooie auto hebben, of een mooie flat of – ‘opperste geluk’… – omdat ze een belangrijke fabriek bezitten. Absoluut niet! Maar ze waarderen mensen en dingen in de mate dat ze wijsheid benaderen en wijsheid beoefenen.
Goede vroomheid
Als je zo iemand in een sterke, strijdlustige gemoedstoestand brengt, kan hij heel goed zeggen: “Ik wil van nu af aan leven in de grootste armoede, kuisheid en gehoorzaamheid, in lijden en vervolging, omdat ik Onze Heer Jezus Christus wil navolgen die lijdt en daarom zal ik een strijder zijn, ik zal strijden, ik zal lijden, want in oorlog lijd je”. Als er niets van ‘witte ketterij’ bij zit, als dit het tegenovergestelde is van de religieuze sentimentaliteit van de negentiende eeuw die het een verwrongen uiterlijk geeft, dan is dit goede vroomheid, waar de meest dappere en strijdlustige man trots op zou moeten zijn.
Martelaarschap is veel meer waard
Zo ook om te zeggen dat je binnenkort “weidegrond voor de wormen” zult zijn. Dit is moed, het is het bewijs dat je niet bang bent om te sterven. Hij lacht erom: “Ik leef nu; dit vlees zal door wormen worden opgegeten; door deze oogkassen zullen wormen binnendringen en deze ogen opeten; door deze oren en deze mond zullen wormen naar buiten komen, alsof ze door mijn eigen lichaam zijn voortgebracht; maar het kan me niet schelen, want mijn ziel gaat naar de hemel! Ik zal het martelaarschap ondergaan, dat veel meer waard is; op de laatste dag zal mijn lichaam, dat spoedig zal ontbinden, weer opstaan en zich bij mijn ziel in de hemel voegen!”
‘Witte ketterij’ bestaat nog altijd
Het is een houding van zielskracht zonder de ophef die de sentimentele liberaal maakt in het aangezicht van de dood. Je ziet dus hoe vals het is om je voor te stellen dat deze formules ‘witte ketterij’ zijn. Op de juiste manier geïnterpreteerd en begrepen, zijn het prachtige formules! De geest van ‘witte ketterij’ is te vinden in de domme gemoedstoestand waarmee de sentimentalisten van de vorige eeuw het herhaalden, en waarvan de school min of meer levend is tot op de dag van vandaag. Maar het zit niet in die uitdrukkingen zelf.
Een echte contrarevolutionair
Je hebt er een concreet bewijs van in de heilige Fidelis van Sigmaringen: een man die zulke formules gebruikte, een man van bewonderenswaardige moed, die de dood op zich af zag komen met een kalmte die de grootste helden niet konden overwinnen, die hard vocht tegen de Revolutie in zijn tijd, hij was een echte contrarevolutionair. Want het protestantisme was de revolutie in zijn tijd. Hij was daarom een compleet mens en al onze verering waardig.
Relikwie in kapel
De relikwie van deze heilige bevindt zich in onze kapel, dus we doen er goed aan de heilige Fidelis te vragen ons de genade te schenken om te beseffen hoe goed dergelijke formules bij onze vroomheid passen, op voorwaarde dat ze gezuiverd zijn van de verschrikkelijke uitwas van de ‘witte ketterij’.
Deze tekst is overgenomen van pliniocorreadeoliveira.info en is ontleend aan een conference die prof. Plinio op 24 april 1971 gegeven heeft.