Door Plinio Corrêa de Oliveira
De huidige grot-kerk in de berg Gargano waar Sint-Michael wordt vereerd, met als liturgische feestdag 8 mei. (Foto: Wikipedia)
Als de doden worden gemist, laten zij ons vaak prachtige voorbeelden na. Professor Fernando Furquim gaf mij een prachtig citaat voor de ‘Heilige van de Dag’. Het is een passage van Émile Mâle – een bekende historicus van de Middeleeuwen – uit zijn boek L’Art Religieux du XIIème siècle en France (‘De religieuze kunst van de twaalfde eeuw in Frankrijk’):
Naar het Heilig Land
De pelgrims uit het Heilige Land kwamen niet allemaal via Rome. Zonder de Via Emilia in Forlì te verlaten om de Apennijnen te beklimmen, reisden velen verder via Rimini, Pesaro, Ancona en verder naar Brindisi langs de oude Romeinse weg die zich langs de zee uitstrekte. Soms maakten ze een omweg om het beroemde heiligdom van Sint-Michaël op de berg Gargano te bezoeken.
Vreeswekkend deze plaats…
Bij Sipotum, later Manfredonia genoemd, namen ze dan een ruwe binnenweg en klommen naar de top van de berg, waarbij ze het grote bos overstaken waarover Horatius zong. Daar verscheen de mysterieuze Grot van de Aartsengel voor hen. En bij de ingang konden ze deze inscriptie lezen: Terribilis est locus iste – ‘Vreeswekkend is deze plaats’. Een trap, die afdaalde in de duisternis, leidde hen naar de bodem van de heilige grot, naar het Heilige der Heiligen, waar, op de steen, de sporen van de voeten van de aartsengel waren verschenen in het licht van de kaarsen.
Aartsengel wijdt altaar
Er werd gezegd dat in 490 Sint-Michaël zich op deze hoge plaats had gemanifesteerd. Door een wonder had hij enkele herders verbaasd die op zoek waren naar een verloren stier; vervolgens onthulde hij aan de bisschop van Sipotum dat hij op deze plek vereerd wilde worden. Er werd zelfs een altaar, gewijd door de aartsengel zelf, gevonden in de grot. Men kan zich niets poëtischer voorstellen dan deze sombere grot, op deze wilde heuvelrug, in het hart van de bossen die afdalen naar de zee. Pelgrims, zoals de monniken in de Middeleeuwen, hadden grandioze landschappen nodig. Voor hen leek de geest van God in de hoogten te zweven en uitgestrekte horizonten te ontdekken.
Cultus rond Sint-Michaël
Sinds de 7e eeuw is de grot van Monte Gargano een van de beroemdste bedevaartsoorden in Italië. De Lombardische koningen, die een beroemd heiligdom hadden in het hertogdom Benevento, hadden een bijzondere cultus van Sint-Michaël: ze plaatsten zijn beeltenis op munten en vaandels en bouwden kerken ter ere van hem in Pavia en Luca; ze eerden Sint-Michaël, de engel van de strijd, de soldaat van God.
Merkteken van de engel
De keizers van het Heilige Roomse Rijk erfden deze cultus; als ze naar Italië gingen, gingen ze altijd naar de berg Gargano. Otto III (980-1002) ging erheen om boete te doen voor de dood van Crescentius (een Romeinse stadsprefect, -red.). Hendrik II (973 of 979 – 1024) had daar een visioen: het leek hem alsof de wanden van de grot verdwenen en hij zag Sint-Michaël aan het hoofd van een leger engelen; een van de engelen kwam naar hem toe en raakte zijn heup aan, zoals ze ooit bij Jakob hadden gedaan. Alles verdween toen, maar de keizer realiseerde zich dat hij niet gedroomd had, omdat hij het merkteken van de vinger van de engel zijn hele leven had behouden.
Buitengewone poëzie
Je ziet een buitengewone poëzie in al deze gebeurtenissen! Alles roept geloofsscènes op van een enorme schoonheid! Ten eerste, de lange rijen pelgrims die naar Rome reisden of op een andere manier naar het Heilige Land. Sommigen gingen naar wat zij de Dominus Apostolicus noemden, de Heilige Vader, de hoogste opvolger van de Apostelen, om daarna door te reizen naar het Heilige Land. Anderen, aan de andere kant, zouden naar beneden gaan, een andere route nemen en dan langs de Gargano komen, waarbij ze een bepaalde omweg maakten.
Voetafdruk van aartsengel
Wat is de Gargano? Het is een geïsoleerd bergmassief met verschillende toppen die de ruggengraat vormen van het Gargano schiereiland dat uitsteekt in de Adriatische Zee. In een van deze bergen bevindt zich een grot waar Sint-Michaël de Aartsengel verscheen aan herders en een steen binnenin merkte – op een manier die de indruk van voeten wekt, om zijn aanwezigheid daar aan te geven – met een altaar ter ere van hem. Daar verscheen hij ook aan de bisschop en gaf aan dat hij op die plek met een speciale cultus vereerd wilde worden. Het bleef een plek gearomatiseerd door de aanwezigheid van Sint-Michaël. Een mysterieuze plek.
Bedevaartsoord voor beroemdheden
Je kunt zien dat je een heel eind omhoog moest, maar als je boven was, bij de opening van de grot, liep de grot naar beneden en moest je afdalen in de duisternis. En daar beneden, op de bodem van de grot, was de prachtige steen waar de grootste strijder van Gods veldslagen het merkteken van de zolen van zijn heilige voeten had geplaatst. Je kunt zien dat dit bedevaartsoord is bezocht door illustere mensen, onder wie de keizers van het Heilige Roomse Rijk.
In processie de berg op
Onze geesten stellen zich graag de hellingen van de Gargano-berg voor en de hele processie van een keizer die deze berg beklimt. We kunnen ons de keizer te paard voorstellen. Een man van in de dertig, veertig, sterk, krachtig, voorafgegaan en gevolgd door zijn hele gevolg, die de hellingen van de berg biddend beklommen, te voet of te paard, voorafgegaan door soldaten die op trompetten bliezen om de aanwezigheid van zo’n hoge machthebber voelbaar te maken.
Stille grot vol licht
Je kunt je voorstellen hoe ze knielden bij de ingang van de berg en baden tot de Aartsengel. Dan ontstaken ze fakkels en de stille grot vulde zich plotseling met licht. De processie daalde zingend af, priesters kwamen binnen, misschien zelfs bisschoppen. Er vormde zich een heilige cirkel rond de plek en een priester of prelaat vierde er de Heilige Mis en deelde de Heilige Communie uit, in het bijzijn van iedereen die verzameld was en bad tot de Aartsengel.
Berouw over moord
Je kunt zien dat een van deze keizers op een trieste missie was: hij was een berouwvolle keizer. Hij had een zekere Crescentius vermoord (deze Romeinse stadsprefect had paus Johannes XV belaagd, waarop de paus keizer Otto III om hulp gevraagd had. – red.) en hij wilde boete doen voor zijn misdaad door deze ruwe, arbeidsintensieve pelgrimstocht te maken, want pelgrimeren was in die tijd van slecht aangelegde en onveilige wegen een echte strijd.
Nederige erkenning van zonde
Hoe anders is dat dan vandaag! Een hoogwaardigheidsbekleder – de hoogste hoogwaardigheidsbekleder van de wereldlijke macht – begaat een misdaad. Hij erkent zijn onrechtvaardigheid en heeft niet die valse schaamte om geen boete te doen voor zijn misdaad, zodat niet gezien wordt dat de keizer zo’n ernstige fout begaan heeft. Integendeel, hij erkent zijn misdaad met de nederigheid van een berouwvol man: “Ik heb deze misdaad begaan, maar ik zal ervoor boeten. Willen jullie met mij op bedevaart gaan?”
Gezamenlijke boetedoening
Dan sluiten veel mensen zich aan en gaan met de keizer mee om hem te beschermen, om zijn reis voor hem gemakkelijker te maken en ook om met hem te boeten voor de zonde die hij heeft begaan. Want de zonde van de koning verspreidt zich over de mensen – niet de schuld, maar de straf – net zoals de zonde van het gezinshoofd zich verspreidt over de familie. Net zoals de zonden van volkeren soms in een reflex op koningen worden afgewenteld.
Vergeving voor keizer en zijn rijk
Denk aan een boetvaardige keizer die die heilige plaats binnengaat, knielt, zich vernedert, lange tijd om vergeving smeekt totdat de aartsengel op mysterieuze wijze in de grot afdaalt en de keizer op de een of andere manier laat voelen dat hij vergeven is. Dan staat die man gerehabiliteerd op, hij staat blij op. Het is vergeving voor hem, het is vergeving voor het Heilige Roomse Rijk der Duitse natie!
Stiltes die engelen aantrekken
Ze gaan allemaal de helling af, niet langer met boetgezangen, maar met jubelgezangen. En dan is het weer stil in die heilige bossen die naar de zee leiden. Af en toe hoor je alleen het geluid van herders die hun vee bijeenbrengen, of een belletje dat rinkelt om een van de gelovige families te roepen die daar zijn om te bidden. Opnieuw, grote stilte. Een van die stiltes waar God van houdt, stiltes die de Engelen aantrekken en ervoor zorgen dat genaden in overvloed op die plaatsen neerdalen en zich opstapelen…
Alles is feestelijk
De tijd verstrijkt. Een andere keizer komt (Hendrik II de Heilige, -red.). Maar hij komt niet om boete te doen, maar om te bidden. Opnieuw herhaalt de scène zich: de berghelling is gevuld met mensen, de processie komt binnen, de Heilige Mis wordt opgedragen. Deze keer is alles feestelijk. En de keizer is het voorwerp van een buitengewone genade: hij heeft de indruk dat de grot is verdwenen, dat de berg is verdwenen. Een buitengewoon licht, dat we ons niet kunnen voorstellen, vervult de hele grot en de Aartsengel verschijnt aan hem met een schare engelen…
Sint-Michaël: aan de top
Kun je je voorstellen wat een tafereel: de verschijning van een Aartsengel – en dan de Prins van Gods legers! – omringd door een menigte Engelen. Op een keer, toen een Engelbewaarder verscheen, als ik me niet vergis, aan de heilige Magdalena van Pazzi, knielde ze neer en dacht dat het God was. Beschermengelen zijn volgens de heilige Thomas de laagst geplaatste engelen die er zijn. Dus we kunnen ons de aartsengel Sint-Michaël, die aan de top van de Aartsengelen staat, goed voorstellen als een heldere en stralende Engel! En de vele Engelen die met hem verschenen, zoals het hoort! De keizer is in extase!…
Vurige teken van een Engel
De Engelen vertrekken. En misschien probeerde hij er een vast te houden, maar hij voelde het vurige teken van een Engel die hem liefdevol op de heup aanraakte, zoals in de Bijbelse episode die hier wordt genoemd. En hij bleef achter met een teken. Het teken zou hem voor de rest van zijn leven bewijzen dat het geen illusie was geweest, maar dat hij werkelijk gezegend was door het zien van de heilige Michaël en een schare engelen van God op aarde.
Zekerheid voor eeuwig
Je zou bijna kunnen zeggen dat dit merkteken van vuur uiteindelijk het beste deel van het geschenk was, want het was als een sleutel die alle schatten in een kluis opsloot: de kluis van zekerheid! Voor eeuwig en altijd zou hij zeker zijn van wat er met hem gebeurd was. Een echt wonder dus. Besef je de symbolische schoonheid van deze dubbele ontmoeting? Sint Michaël de Aartsengel is – in zekere zin – voor God wat de keizer van het Heilige Roomse Rijk is voor de paus.
Keizer en aartsengel zijn evenbeelden
De keizer van het Heilige Roomse Rijk was de rechterhand van de paus in de wereldlijke sfeer, wat het gebruik van geweld inhoudt. Sint-Michaël de Aartsengel is de uitvoerder van Gods decreten in zaken met betrekking tot geweld… De een was het evenbeeld van de ander. Je kunt je de schoonheid voorstellen van deze twee “heilige keizers” die elkaar ontmoeten om de grootheid van God te vieren. Hoe prachtig! Wat een harmonie in die grot!
Reliek blijft deelhebben aan heiligheid
Toen keerde de processie terug en werd de grot weer donker. En zo stapelde de geschiedenis zich op in het heiligdom. De opeenstapeling heeft een onvergelijkbare waarde! De gebeurtenissen die op een plek plaatsvinden, blijven daar in de vorm van een deelname die het relikwie aan de handeling heeft. En net zoals het kruis van Onze Heer Jezus Christus deelneemt aan de heiligheid van het lijdensverhaal, zo neemt wat de personages in een historische gebeurtenis aanraakten, deel aan die historische gebeurtenis: de personages sterven, maar wat hen aanraakte blijft. En dat blijft voor eeuwig en altijd.
Monte Gargano als reliekschrijn
Het Heilige Huis van Loreto, bijvoorbeeld. De heilige Jozef stierf; Onze Lieve Vrouw, Onze Lieve Heer, stierven en stonden weer op; zij zijn in de hemel. Hoe lang geleden verlieten deze Heilige Mensen de aarde! Maar er is het Huis van Loreto, dat hen heeft aangeraakt, vol van Heilige Geschiedenis. Het is een relikwie dat ze aanraakten, dat een ruimte afbakende waarbinnen ze vertoefden. Die is voor altijd heilig… Zo is ook Monte Gargano een reliekschrijn geworden. Een reliekschrijn van de geschiedenis, die de prachtige feiten bewaart die we zojuist hebben besproken.
Deze tekst is overgenomen van pliniocorreadeoliveira.info en is ontleend aan een conference die prof. Plinio op 29 januari 1973 gegeven heeft.